, , , , ,

Mislukte eerste weekenden op PDC circuit

Goed, technisch gezien waren het niet helemaal mijn eerste wedstrijden op de PDC Tour. Ik had in 2010 al eens twee Player’s Championships gespeeld en later nog een aantal keren meegedaan aan WK en Euro Tour qualifiers. Toch was dit voor mijn gevoel de eerste keer dat ik een serieuze poging ging wagen om toe te treden tot de elite van de sport. De mannen (en sinds kort enkele dames) die week in, week uit de wereld over reizen om hun positie op de Order of Merit velig te stellen. Eind januari deed ik mee aan Q School. De week erna volgden de eerste Challenge Tours. Hoewel ik al niet op al te veel succes rekende, viel het behoorlijk tegen.

Bij het stadion van Wigan Athletic. Niet mijn beste foto

Ik zoek al jaren naar het juiste moment om de overstap te wagen. Tot vrij recent was het nooit een echte optie, omdat de BDO toen nog schorsingen uitdeelde aan Q School-deelnemers. Als je daar dan niet doorheen kwam, bleef alleen de Challenge Tour (CT) over en dat was gewoon te weinig. Daarnaast, als je bij de BDO al meerommelt in de marge, wat heeft het dan voor zin om het een niveau hoger te proberen?

Nu heb ik mezelf de laatste jaren behoorlijk verbeterd en zie ik spelers die ik kan verslaan tourkaarten (die op het spel staan tijdens de Q School en nodig zijn om deel te mogen nemen aan de meeste PDC evenementen) winnen. Dus ook al zou het een heel kleine zijn, er was een kans aanwezig dat ik het zou halen. Misschien, als alles meezat, of als ik vier dagen lang stabiel kon presteren.

Het moeilijkste bij het plannen van mijn agenda de laatste jaren is het balanceren van gezin, werk, financiën en darten. Er moet voldoende geld zijn om het huishouden draaiende te houden en ik wil ook mijn kinderen zien opgroeien. Ik zal jullie de details besparen, maar eigenlijk kwam het hierop neer: ik kon beter nog twee jaar wachten, tot beide kinderen op school zitten. Als ik nu een tourkaart had gewonnen, had ik (veel) minder moeten gaan werken en dat had ik me eigenlijk nog niet kunnen veroorloven.

Desondanks ben ik gegaan, om drie redenen. Ten eerste wilde ik vast ervaring op kunnen doen op het PDC circuit. Als ik er daadwerkelijk over twee jaar helemaal klaar voor zou zijn, zou het goed zijn om alvast meegemaakt te hebben hoe zo’n Q School in zijn werk gaat en wat te verwachten. Verder wordt de CT steeds aantrekkelijker. Er worden elk jaar meer toernooien gespeeld. Bovendien zou ik in het begin de CT kunnen spelen naast de BDO tour en op basis van mijn positie kunnen kiezen waar verder te gaan. Tot slot, de belangrijkste reden, de puinhoop bij de BDO. Niet voor niks waren de deelnemersaantallen op Q School hoger dan ooit. Het is onduidelijk of er komend seizoen nog wel tv-toernooien zijn om voor te spelen. De WDF zegt met alternatieve toernooien te komen, maar dat moet eerst nog maar eens bekend worden.

Oftewel, het was eerder een vlucht van de BDO, dan een bewuste keuze voor de PDC. Dat is eigenlijk geen goede motivatie om een dergelijke keuze te maken en ik denk dat dat voor een aanzienlijk deel heeft bijgedragen aan mijn matige prestaties. Overigens vond ik het ook teleurstellend dat er tijdens de toernooien, wanneer het verboden is om bij de wedstrijdbanen in te gooien, zo weinig ingooiruimte beschikbaar is. Ik had dat beter verwacht van een professionele bond.

Welnu, terug naar het dartbord. Dat is in ieder geval het gedeelte waar ik zelf invloed op heb. De eerste dag Q School (een donderdag) begon wel redelijk. In een goede partij versla ik de Duitser Patrick Plötz en ik ga met vertrouwen mijn tweede wedstrijd in. Tegen de Zwitser Marcel Gugger spelen gemiste dubbels mij echter parten. Scorend ben ik voor mijn gevoel iets beter, maar toch verlies ik met 1-5. Een domper, zo vroeg in het toernooi.

De dagen erna werd het niet veel beter. Op vrijdag won ik mijn eerste partij nog redelijk eenvoudig. Vervolgens verloor ik nipt van de Duitser Franz Roetzsch. Dit was wel een goede wedstrijd, maar hij was net iets stabieler. Zaterdag speel ik tegen de ervaren Kroaat Dragutin Pecnjak. Deze wedstrijd schommelde heen en weer en een aantal gemiste matchdarts kwam me in de negende leg duur te staan: 4-5.

Op zondag wist ik dat de kans op een tourkaart nu wel heel klein geworden was. Ik zou proberen er nog een dag het beste van te maken. Het lot had besloten dat ik de eerste ronde moest spelen tegen mijn vriend en reisgenoot Anoop Ramdajal. Anoop heeft na een ongeluk al enige tijd last van zijn nek. Daar was in de beginfase alleen niet zo veel van te merken. Hij begint goed en ik mis hier en daar een paar dubbels, waardoor we tot 3-3 gelijk op gaan. Ik zet wel een eindsprint in en wanneer de dubbels ook wat sneller gaan vallen, trek ik de partij met 5-3 naar me toe.

De wedstrijden erna zijn zo nu en dan wisselvallig, maar het lukt me wel om steeds op tijd bij de les te zijn en toe te slaan. Overwinningen Op Michele Turetta uit Italië en de Duitser Andreas Gradert zorgen ervoor dat ik vandaag mijn bord win. Daarna is het snel (letterlijk en figuurlijk) voorbij. Tegen een ontketende Derk Telnekes kom ik geen moment in de wedstrijd en ga ik er met 5-0 af. Daarmee eindigt mijn eerste en waarschijnlijk niet laatste Q School.

Onder het mom van “wie A zegt, moet ook B zeggen” reisde ik een week later af naar Wigan voor de eerste Challenge Tours van het seizoen. Ik hoopte misschien een paar goede runs te kunnen maken, om een mooie positie op de ranking te verwerven. Mijn zelfvertrouwen kreeg echter vroeg in het weekend al een knauw, toen ik zag dat ik niet de juiste schoenen mee had genomen. Zoals met de meeste dingen in het darten, is zoiets voor 90% een mentaal probleem, maar het kostte me ook echt wel even tijd om aan andere schoenen te wennen. Ik was al lang blij dat ze zwart waren en ik er gewoon op mocht spelen.

Het hoogtepunt van het weekend is een plaats op het lijstje hoogste gemiddelden van CT1

De eerste wedstrijd van het weekend zou direct het hoogtepunt worden. Ik speel tegen de Spaanse PDC WK-deelnemer Jose Justicia. Ik ga geweldig van start, maar mis twee darts op de dubbel, waardoor ik alsnog achter kom. Ik vecht me echter direct terug en drie legs later staan we op 2-2. Ik lijk geen triple meer te kunnen missen en nu ook de dubbels vallen loop ik uit naar 4-2. De leg erna mis ik mijn eerste matchdarts, maar een beurt later pak ik de winst. Het blijkt met 99,9 mijn hoogste geregistreerde gemiddelde ooit. En dat op de verkeerde schoenen…

Daarna zou er met Andrew Gilding opnieuw geen misselijke tegenstander op me staan te wachten. De Engelsman begint een stuk beter dan ik en al snel kijk ik, ietwat onnodig, tegen een 3-0 achterstand aan. Voor mijn gevoel sta ik eigenlijk helemaal niet zo slecht te spelen en ik houd vertrouwen in een goede afloop. Langzaam voel ik dat ik terug in de wedstrijd kom, maar op 4-2 achter gooit Gilding een fantastische leg waarop ik het antwoord schuldig moet blijven.

Over de rest van het weekend kan ik eigenlijk kort zijn: het was niet best. Ik moet nog wennen aan het spelen van meerdere toernooien op een dag en daar de juiste voorbereiding op te treffen. Het niveau van de rest van het veld is gewoon te hoog om tijdens het toernooi erin te kunnen komen. Zaterdagavond verlies ik van Jack Neary. Op zondag win ik mijn eerste ronde nog van de Griek Veniamin Symeonidis (5-4), maar daarna volgt een absolute flutpartij tegen Thomas Lovely (3-5). Het laatste toernooi van het weekend en voorlopig even mijn laatste in de PDC, eindigt met een nederlaag tegen Dean Owen (2-5).

Dan verdient mijn vriend Jitse van der Wal vanaf deze plaats nog eens mijn complimenten en felicitaties. Hij wint het vierde evenement van het weekend. Een geweldige prestatie.

De conclusie van deze weekenden is, behalve dat mijn algehele niveau omhoog moet, dat ik een stuk constanter een hoog niveau moet weten te halen, om serieus mee te kunnen doen in dit circuit. Bij de BDO kom je nog weg met af en toe een mindere partij of een paar matige legs, maar hier moet het gewoon consequent goed zijn. Ik moet gaan werken aan mijn voorbereiding (wat lastig is, omdat de ingooiruimte tot nu toe steeds erg beperkt is) en mentale weerbaarheid. Als dat lukt, zijn deze twee min of meer verloren weekenden straks toch niet voor niks geweest. Maar nu eerst op naar de Dutch Open.